naar hoofdtekst gaan

Het apparaat kan niet worden gebruikt nadat een draadloze router is vervangen of de instellingen ervan zijn gewijzigd

Wanneer u een draadloze router vervangt, voert u de netwerkinstallatie van het apparaat opnieuw uit.

  • Voor Windows:

    Gebruik de installatie-cd-rom of volg de instructies op de Canon-website.

  • Voor Mac OS:

    Volg de instructies op de Canon-website.

Zie hieronder als het probleem hiermee niet is verholpen.

Kan niet communiceren met het apparaat nadat MAC-/IP-adresfiltering of een coderingssleutel op de draadloze router is ingeschakeld

Kan niet communiceren met het apparaat nadat het coderingstype op de draadloze router is gewijzigd terwijl codering is ingeschakeld

Kan niet communiceren met het apparaat nadat MAC-/IP-adresfiltering of een coderingssleutel op de draadloze router is ingeschakeld

  1. Controle 1 Controleer de instelling van de draadloze router.

    Raadpleeg de instructiehandleiding bij de draadloze router of neem contact op met de fabrikant voor informatie over het controleren van de instelling van de draadloze router. Controleer of de computer en de draadloze router met elkaar kunnen communiceren met deze instelling.

  2. Controle 2 Als MAC-adressen of IP-adressen worden gefilterd op de draadloze router, controleert u of het MAC-adres of IP-adres van de computer, het netwerkapparaat en het apparaat zijn geregistreerd.

  3. Controle 3 Als u gebruikmaakt van een WEP- of WPA-/WPA2-sleutel, moet u ervoor zorgen dat de coderingssleutel voor de computer, het netwerkapparaat en het apparaat overeenkomt met de sleutel die is ingesteld voor de draadloze router.

    Naast de WEP-sleutel zelf moeten ook de lengte en indeling van de sleutel, de sleutel-ID en de verificatiemethode voor het apparaat, de draadloze router en de computer overeenkomen.

    Gewoonlijk selecteert u Automatisch (Auto) voor de verificatiemethode. Als u dit handmatig wilt instellen, selecteert u Open systeem (Open System) of Gedeelte sleutel (Shared Key), afhankelijk van de instellingen van de draadloze router.

    Raadpleeg Een coderingssleutel instellen voor meer informatie.

Kan niet communiceren met het apparaat nadat het coderingstype op de draadloze router is gewijzigd terwijl codering is ingeschakeld

Als u het coderingstype van het apparaat verandert en het vervolgens niet kan communiceren met de computer, controleert u of het coderingstype van de computer en de draadloze router overeenkomt met het type dat is ingesteld op het apparaat.

Kan niet communiceren met het apparaat nadat MAC-/IP-adresfiltering of een coderingssleutel op de draadloze router is ingeschakeld